Stress is niet de op één na grootste doodsoorzaak ter wereld, maar wel sterk gelinkt aan hart- en vaatziekten en kanker
Amerikaanse onderzoekers onderzochten het verband tussen krachttraining en het voorkomen van hart- en vaatziekten bij 12.591 deelnemers, tussen 18 en 89 jaar oud, waaronder 21% vrouwen, in een langdurende opvolgstudie (1). De gezondheidstoestand van de deelnemers werd regelmatig gecontroleerd tussen 1987 en 2006. De omvang van de krachttraining werd berekend door de frequentie van de krachttrainingen per week te vermenigvuldigen met de duur per training in minuten. Op basis van die resultaten werden de deelnemers in vijf groepen ingedeeld, van minimaal (0 minuten per week) naar maximaal (meer dan 120 minuten per week) krachttrainen per week. Gedurende de opvolgperiode kregen 205 deelnemers een infarct of een beroerte. Personen die één tot driemaal per week aan krachttraining (minder dan 120 minuten per week) deden, hadden het laagste risico op hart- en vaatziekten in vergelijking met personen die geen krachttraining doen. Personen die nog meer krachttraining deden (meer dan 120 minuten per week), vertoonden geen voordeel op vlak van hart- en vaatziekten. De onderzoekers besluiten dat matig intensieve krachttraining (minder dan 2 uur per week) het risico op ziekten van hart- en bloedvaten kan verminderen.
Deze studie maakt dezelfde fout als tientallen andere observatiestudies: dergelijke studies kunnen wel verbanden aantonen, maar daarom gaat het nog niet om een oorzakelijk verband. De studie toont een relatie aan tussen het voorkomen van hart- en vaatziekten en matige krachttraining, maar daaruit kan je niet zo maar besluiten dat krachttraining kan beschermen tegen hart- en vaatziekten. De deelnemers waren vrijwilligers, met een gezond gewicht, en hoorden tot een hogere socio-economische klasse. Dit betekent dat dit verband al niet mag veralgemeend worden. Indien krachttraining bescherming kan bieden, dan moet er toch uitgelegd worden waarom een hogere trainingsfrequentie (meer dan 2 uur per week) dit niet doet: de onderzoekers hebben hiervoor geen verklaring. Een mogelijke verklaring zou kunnen zijn dat deelnemers die zeer intensief aan krachttraining doen, 10% van de totale studiepopulatie, afwijkende eetgewoonten hebben die minder gezond zijn voor hart en bloedvaten. Dit kan echter niet worden aangetoond, omdat er geen gegevens verzameld werden over de voeding van de deelnemers. Een laatste punt van kritiek is dat de deelnemers zelf opgaven hoeveel ze trainden, wat voor een periode van tien jaar toch niet evident is en tot fouten kan leiden.
Deze studie kan niet aantonen dat krachttraining op zich het risico op hart- en vaatziekten vermindert. Een zekerheid is wel dat personen die regelmatig sporten, in het algemeen gezonder zijn.