Neen, niet iedereen moet zomaar vitamine D-supplementen innemen
Botontkalking (osteoporose) treft vooral vrouwen na de menopauze. Zij nemen vaak extra calcium en vitamine D in, om botbreuken te voorkomen. Het grote probleem met osteoporose zijn immers botbreuken en wervelindeukingen.
Deze botbreuken vragen dikwijls een operatie en een lange revalidatie. Bij ouderen kan dit gepaard gaan met een verlies aan zelfstandigheid en met andere gezondheidsproblemen. Ook oudere mensen zonder osteoporose wordt vaak geadviseerd om alvast calcium en vitamine D in te nemen.
Amerikaanse onderzoekers gingen na of het geven van voedingssupplementen met vitamine D het risico op botbreuken echt kan doen dalen (1).
Om hun onderzoeksvraag te beantwoorden, voerden ze een zeer grote studie uit. Er waren bijna 26.000 deelnemers van gemiddeld 67 jaar, waarvan de helft vrouwen. Er waren zowel deelnemers met als zonder botontkalking. Ze kregen ofwel vitamine D ofwel een nepmiddel.
Tijdens de opvolging van 5 jaar waren er 1.991 botbreuken. Er was geen verschil in aantal botbreuken bij mensen die vitamine D innamen vergeleken met zij die een nepmiddel kregen.
De onderzoekers besluiten dat bij oudere volwassenen, voedingssupplementen met vitamine D geen bescherming kunnen bieden tegen botbreuken.
Vitamine D, dat we via de voeding innemen en via zonlicht op de huid zelf produceren, helpt om calcium uit de voeding op te nemen. Calcium is een belangrijke bouwsteen van de beenderen. Het klinkt daarom logisch dat de combinatie vitamine D en calcium de botten versterkt.
Deze Amerikaanse studie vindt echter geen verschil in botbreuken tussen ouderen die wel vitamine D namen en ouderen die dit niet deden. Het is belangrijk om te weten dat bij de deelnemers aan dit onderzoek niet gekeken werd naar het vitamine D-gehalte in hun bloed, noch naar de aanwezigheid van osteoporose. Het gaat om mensen van gezond tot minder gezond, met veel of weinig vitamine D hebben, met of zonder broze botten.
Dit is de zoveelste studie op rij die aantoont dat het innemen van extra vitamine D zinloos is om botbreuken te voorkomen. Andere studies toonden al aan dat vitamine D nutteloos is om diabetes (2), hartklepverkalking (3), kanker en hart- en vaatziekten (4) te voorkomen.
En toch neemt 14% van de Vlamingen vitamine D-supplementen in (5). We besteden zelfs bijna twee keer meer geld aan voedingssupplementen dan Fransen of Nederlanders (6). Maar we zijn niet gezonder.
Voeg hierbij de kosten voor deze supplementen en voor de vele laboratoriumanalyses om de hoeveelheid vitamine D in je bloed te laten bepalen, en je zit aan een fenomenale jaarlijkse uitgave.
Het heeft geen zin om je vitamine D-gehalte te laten bepalen door je arts. Waarschijnlijk heeft extra vitamine D enkel zin bij specifieke groepen:
In een begeleidend opiniestuk bij de bovenvermelde Amerikaanse studie stellen wetenschappers dat er een halt moet komen aan de vitamine D-rage en aan de veelvuldige bloedanalyses (7). Ook de artsen moeten hun voorschrijfgedrag en bloedafnames voor vitamine D onder de loep nemen.
Een nieuwe, grote studie toont aan dat preventief vitamine D innemen niet beschermt tegen botbreuken. Het werkt ook niet tegen diabetes, hart- en vaatziekten of kanker. Het nut ervan bij de algemene bevolking is twijfelachtig. Enkel bij een paar specifieke groepen heeft vitamine D innemen waarschijnlijk zin. Je vitamine D-gehalte laten bepalen door je arts heeft geen nut.