Blogpost over zwangere arts die een miskraam kreeg na haar coronavaccinatie is fout
In tegenstelling tot wat de aanhef van het krantenartikel doet vermoeden, gaat het niet om een studie bij vrouwen, doch bij vrouwelijke hamsters (1). In een laboratorium bootste men lange en korte dagen na door de hamsters gedurende een verschillend aantal uren per dag aan licht bloot te stellen. Nadien werden ze geconfronteerd met een indringer en de mate van agressiviteit waarmee zij hierop reageerden werd becijferd in een score. Zo telde men hoe lang het duurde alvorens een hamster tot de aanval van de belager overging, hoe vaak er aangevallen werd, en hoe lang de aanvallen duurden. Het bleek dat de meest agressieve vrouwelijke hamsters diegene waren die het minst aan licht blootgesteld waren. Zij hadden ook het meest melatonine in het bloed.
De onderzoekers besloten dat dit hormoon een rol speelt in agressief gedrag bij vrouwtjeshamsters. Ze voegen eraan toe dat deze bevinding belangrijk is voor de studie van abnormaal agressief gedrag bij mensen.
Wetenschappelijk onderzoek op proefdieren heeft een aantal belangrijke voordelen. Zo is het goekoper dan onderzoek op mensen, je kan op korte tijd meerdere generaties bestuderen en er zijn minder ethische beperkingen. Onderzoek op proefdieren blijkt echter methodologisch heel wat minder strikt gevoerd te worden dan onderzoek op mensen. Een andere beperking is dat men bij voorkeur positieve studies, dit zijn studies waarin iets opmerkelijks gevonden wordt, publiceert (2). Dit probleem is ook bij onderzoek op mensen gekend. Wanneer een nieuwe studie de eerdere bijzondere bevinding niet bevestigt, wordt ze veelal niet publiek gemaakt wegens ‘niet interessant’. Met andere woorden, zogenaamde grote ontdekkingen worden vaak niet publiek tegengesproken en worden zodoende vlugger ten onrechte als waarheid beschouwd.
De grootste beperking van proefdierenonderzoek is evenwel dat dieren geen mensen zijn. Meerdere studies hebben aangetoond dat zelfs de meest veelbelovende bevindingen bij proefdierenonderzoek vaak niet reproduceerbaar zijn bij mensen. Minder dan 10% van dergelijke studies leiden tot concrete medische toepassingen (2).
Onderzoek op proefdieren kan voor wetenschappers belangrijke bevindingen opleveren. Zo lang deze evenwel niet bevestigd worden bij mensen, heeft de modale burger er geen boodschap aan.