De open brief ‘Wat nu?’ van Factor V trekt overhaaste conclusies over immuniteit
Amerikaanse onderzoekers gingen de relatie na tussen de duur van borstvoeding en de buikomtrek bij 678 vrouwen (1). Deze vrouwen werden gedurende gemiddeld 11 jaar opgevolgd, waarbij hun buikomtrek regelmatig werd gemeten door ervaren onderzoekers. Een toegenomen buikomtrek werd gelinkt aan een hoger risico op hart- en vaatziekten.
In totaal gaf 62% van de deelnemende vrouwen aan dat ze gedurende een bepaalde periode borstvoeding hadden gegeven. Hiervan gaf 22%, 13% en 27% borstvoeding gedurende respectievelijk minder dan 3 maanden, 3 tot 6 maanden en meer dan 6 maanden. Er waren geen verschillen in gemiddelde buikomtrek tussen vrouwen die geen of minder dan 6 maanden borstvoeding gaven. Vrouwen die echter meer dan 6 maanden borstvoeding gaven, hadden smallere buikomtrekken.
De auteurs van de studie besluiten dat het langdurig toedienen van borstvoeding vrouwen kan beschermen tegen een bredere buikomtrek, en dus tegen hart- en vaatziekten.
Volgens de Voedselconsumptiepeiling van 2014 gaven Belgische moeders gedurende gemiddeld 11 weken borstvoeding (2). Ongeveer 22% van de kinderen kreeg nooit borstvoeding. Dit gold voor 31% voor lager geschoolden, vergeleken met 16% voor hoger geschoolden. Ongeveer 38% van de moeders gaf uitsluitend borstvoeding gedurende 1 tot 12 weken, 39% gedurende 13 tot 24 weken, en slechts 1% meer dan 24 weken. Dit laatste cijfer contrasteert scherp met het resultaat van de Amerikaanse studie, waar 27% van de vrouwen borstvoeding gaf gedurende 6 maanden (26 weken) of meer.
Omdat deze Amerikaanse studie een waarnemingsstudie is, kunnen we spreken van een relatie tussen langdurig borstvoeding geven en een smallere buikomtrek, maar niet van een oorzakelijk verband. Vrouwen die minstens 6 maanden borstvoeding gaven, hadden een hoger opleidingsniveau, rookten minder, hadden minder overgewicht en meer gezonde eetgewoonten, en bewogen meer. Kortom, allemaal factoren die het resultaat (gedeeltelijk) kunnen verklaren. De auteurs pasten een speciale statistische techniek toe om hiermee rekening te houden, en om de invloed van dergelijke storende factoren gelijkmatig tussen de groepen te verdelen. Bij het toepassen van deze techniek daalde het verschil in buikomtrek tussen beide groepen van 8 cm naar 3 tot 4 cm. Het is niet bekend of dergelijk klein verschil van 3 tot 4 cm op een buikomtrek van 80 tot 100 cm voordelig is voor de gezondheid. De reden voor een grens op 6 maanden borstvoeding is niet helemaal duidelijk.
Behalve het positieve effect van borstvoeding op de buikomtrek op lange termijn, biedt moedermelk heel wat voordelen voor de baby, de moeder, het gezin en de samenleving. Hoe langer een vrouw borstvoeding geeft (de eerste 6 maanden best uitsluitend), hoe groter het gezondheidsvoordeel voor moeder en kind.
Tot slot beschermt voldoende beweging tijdens en na de zwangerschap uiteraard ook tegen een buikje.
Een Amerikaanse studie toont aan dat moeders die gedurende lange tijd borstvoeding geven, jaren nadien nog een smallere buikomtrek hebben. Het langdurig borstvoeding geven was echter gelinkt aan gezonde eet- en leefgewoonten, die het resultaat eveneens (gedeeltelijk) kunnen verklaren.
Hoe meet je je buikomtrek?
Meet je buikomtrek aan het einde van verschillende opeenvolgende natuurlijke ademhalingen, op een niveau evenwijdig aan de vloer. Neem het middelpunt tussen de bovenkant van de heupkam en de onderkant van de laatste voelbare rib.
Volgens de wereldgezondheidsorganisatie is een gezonde buikomtrek voor mannen best niet breder dan 102 cm, en die voor vrouwen niet breder dan 88 cm.