De open brief ‘Wat nu?’ van Factor V trekt overhaaste conclusies over immuniteit
Verontreinigde lucht bevat kleine zwevende partikeltjes van variabele grootte, die we kennen als fijn stof. Hoe kleiner de partikeltjes, hoe gevaarlijker. De kleinste kunnen immers diep in de longen doordringen, wat tot hart- en longproblemen kan leiden. De grootte van fijnstofdeeltjes wordt uitgedrukt in PM (‘particulate matter’), gemeten in micrometer of duizendsten van een millimeter. Een deeltje van PM10 heeft bijvoorbeeld een diameter van 10 micrometer, terwijl PM2,5-deeltjes 2,5 micrometer groot zijn. Er bestaan toestellen om het aandeel van fijnstofpartikeltjes in verschillende grootten in vervuilde lucht te meten. Dat gebeurde al in een groot aantal studies, die zopas gebundeld en samen geanalyseerd werden in een overzichtsonderzoek, uitgevoerd door verschillende Europese instellingen (1).
Deze overzichtsstudie omvat de resultaten van 22 studies over fijn stof gevoerd in 13 Europese landen. De auteurs keken naar de sterftecijfers en combineerden die met het aandeel aan PM2,5-deeltjes in de lucht. De analyse had betrekking op 367.251 Europese inwoners die gemiddeld 14 jaar lang werden opgevolgd. Tijdens de onderzoeksperiode stierven 29.076 mensen een natuurlijke dood (niet-natuurlijke doodsoorzaken werden uitgesloten). Een toename van 5 microgram van deze deeltjes per kubieke meter lucht ging gepaard met een toename van 7 procent sterfte in de overeenkomstige regio. Ook na het uitsluiten van de invloed van diverse socio-economische factoren en levensstijl bleef dit verband overeind. De Europese richtlijn voor de concentratie aan fijn stof (PM2,5) mag de grenswaarde van 25 microgram per kubieke meter niet overschrijden. Uit dit onderzoek blijkt echter dat er nog steeds een groter sterfterisico bestaat in regio’s met een concentratie onder 20 microgram. De onderzoekers concluderen daaruit dat de Europese norm waarschijnlijk niet voldoet.
De fijnstofconcentratie in de leefomgeving werd gelinkt aan de lokale sterftecijfers. Ondanks uitsluiten van de invloed van socio-economische en leefstijlfactoren, blijft het moeilijk om het fijn stof als rechtstreekse oorzaak te bestempelen van de oversterfte in een bepaalde regio. Anderzijds werd voor alle onderzochte regio’s dezelfde trend vastgesteld: meer PM2,5 betekent meer sterfterisico, wat het onderzoek toch sterk maakt.
De studie wijst op een verband tussen een hoge concentratie aan fijn stof PM2,5 enerzijds en een groter sterfterisico anderzijds. De Wereld Gezondheids Organisatie suggereert een grenswaarde van 10 microgram per kubieke meter lucht voor fijn stof van PM2,5, wat ongetwijfeld beter is voor de gezondheid dan de Europese norm van 25 microgram.