De open brief ‘Wat nu?’ van Factor V trekt overhaaste conclusies over immuniteit
Deze krantenkop is gebaseerd op een studie (1) die het bestanddeel 3,3'-di-indolylmethaan, of kortweg DIM, onderzocht. DIM zou een rol spelen in de preventie van kanker, en komt voor in groenten die behoren tot de kruisbloemenfamilie, zoals kool, broccoli en bloemkool. In dit onderzoek ging men na of DIM ook beschermt tegen dodelijke dosissen bestraling. Hiervoor deden de onderzoekers proeven bij bestraalde ratten en muizen: een deel kreeg dagelijks DIM ingespoten gedurende twee weken, een ander deel niet. Men gebruikte verschillende dosissen bestralingen en DIM, hetzij vóór, hetzij tot 24 uur na bestraling. DIM werd in de buik of onder de huid ingespoten. De muizen kregen tevens borstkankercellen ingeplant, met of zonder DIM-injectie. Bestraalde ratten die een dosis DIM kregen, leefden langer dan ratten die er geen kregen. Deze studie suggereert dat DIM mogelijk zinvol is in de bescherming tegen de bijwerkingen van bestraling, hetzij accidenteel, hetzij in kader van een medische behandeling.
In dit laboratoriumonderzoek werden twee groepen ratten bestraald. Eén groep kreeg nadien ook meerdere dosissen DIM ingespoten in de buikholte, zowel voor als 24 uur na de bestraling. Deze groep leefde langer dan de controlegroep met ratten die niet werden behandeld. In één experiment stierven de diertjes in de controlegroep al na 10 dagen, terwijl 60% van de met DIM behandelde dieren na 30 dagen nog in leven waren. Hoe hoger de DIM-dosis, hoe langer de dieren in leven bleven.
Injectie van DIM onder de huid bood een minder doeltreffende bescherming in vergelijking met injecties in de buikholte; minder ratten hielden het 30 dagen vol. Bij muizen die borstkankercellen ingeplant kregen, had DIM geen effect op de groei van de tumor, of deze bestraald was of niet.
De onderzoekers stellen dat DIM DNA-schade door bestraling herstelt en celdood na bestraling afremt. Zij suggereren dat artsen DIM zouden kunnen aanwenden tegen bestralingsziekte bij mensen die toevallig aan straling worden blootgesteld (zoals het geval was bij het Tsjernobyl-drama), of om door bestraling veroorzaakte weefselschade te voorkomen of te verminderen. Zij benadrukken tevens dat DIM bescherming biedt binnen 24 uur na blootstelling aan bestraling. Dit is zinvol, vermits het bij een ongeval vaak niet mogelijk is om meteen een behandeling op te starten. Volgens hen kan DIM veilig worden toegediend en heeft het geen bijwerkingen.
Dit klinkt allemaal veelbelovend, maar toch moeten we voorzichtig zijn. De proeven werden uitgevoerd op dieren. Er is dus veel meer onderzoek nodig om te weten of gelijkaardige effecten ook kunnen worden bereikt bij mensen. Het is bovendien ethisch niet verantwoord om onderzoek op te zetten met personen die worden bestraald om de effecten van DIM te kunnen beoordelen. Men zou dit nochtans kunnen overwegen bij patiënten die radiotherapie voor kanker volgen. Een laatste kanttekening: het is niet duidelijk of de in deze studie gebruikte DIM-dosissen overeenkomen met de hoeveelheden kool die een mens zou moeten eten om eenzelfde dosis binnen te krijgen.
Dit laboratoriumonderzoek bij ratten en muizen suggereert dat DIM, een bestanddeel van kool, zinvol kan zijn ter bescherming van de effecten van bestraling. Het is hoogst onzeker of dezelfde effecten kunnen worden bereikt bij mensen. Daarvoor is meer onderzoek nodig. Staat u voor een radiotherapie, weet dan dat de bijwerkingen onaangenaam zijn, maar meestal verdwijnen eens de behandeling wordt stopgezet.