Klimaatverandering is niet meer weg te denken uit onze dagdagelijkse actualiteit. We worden er elke dag mee geconfronteerd. Ursula Von Der Leyen, voorzitster van de Europese Commissie, deed in december vorig jaar op de klimaattop in Madrid de ambitieuze ‘Green Deal’ uit de doeken. Deze beschrijft ambitieuze klimaatambities en toont het pad dat Europa de komende decenia moet bewandelen om de klimaatneutraliteit in 2050 te bereiken. Autofabrikanten zijn verplicht om de gemiddelde CO2-uitstoot van hun voertuigen in 2030 met 37,5 procent te verminderen naar gemiddeld maximaal 60 gram per kilometer. Voor 2021 geldt een norm van 95 gram per kilometer.

Ondanks deze beleidsplannen zijn er vorig jaar in België nog 550.003 wagens verkocht. Het op één na beste jaar voor de auto-industrie in ons land. De elektrische wagen is slechts goed voor een schamele 1,5 procent van de verkoop, al is dat wel een verdubbeling tegenover 2018. Maar als het van Europa afhangt, zijn het net die elektrische wagens waar het in de toekomst rond te doen zal zijn. De EU wil zelfs één miljoen laadpalen voor elektrische auto’s bouwen. Daarbij klinkt één vraag steeds luider in de Vlaamse en ook Europese pers: Wat is nu precies milieuvriendelijker? Een elektrische auto of een klassieke auto met verbrandingsmotor?

“Reusachtig boerenbedrog”

Een opiniestuk van de Duitse onderzoeker Hans-Werner Sinn, dat op 30 november vorig jaar in De Tijd verscheen, zorgt voor heel wat beroering. Daarin stelt de hoogleraar economie aan de Universiteit van München dat elektrische auto’s minstens evenveel, zo niet méér vervuilen dan klassieke auto’s met verbrandingsmotoren. “Elektrische wagens stoten flink wat CO2 uit. De productie van batterijen kost enorme hoeveelheden fossiele brandstoffen”, zegt Hans-Werner Sinn.

"Zolang met steenkool of gas gestookte centrales nodig zijn om de energielevering te verzekeren in periodes dat er wind noch zon is, draaien elektrische wagens, net als benzine – of dieselwagens, voor een stuk op koolwaterstoffen”,

gaat de onderzoeker verder. Bovendien is de levensduur van de batterij van een elektrische auto, volgens Sinn, niet eens lang genoeg om zich milieuvriendelijker te kunnen noemen. “Het is een reusachtig boerenbedrog”, vindt hij.

tegenstem

Dezelfde dag nog publiceerde De Tijd een tegenstem van Auke Hoekstra, onderzoeker aan de Technische Universiteit Eindhoven. Daarin maakte Hoekstra brandhout van Hans-Werner Sinn’s beweringen. “Sinn maakt de courante fouten die mensen maken om te argumenteren dat elektrische wagens vervuilender zouden zijn dan dieselwagens”, zegt hij.

“Hij overschat hoeveel CO2 de productie van een elektrische batterij kost door zich te baseren op foutief onderzoek”, zegt Hoekstra. “Daarnaast onderschat hij de levensduur van die batterijen. Ze gaan veel langer mee dan wat Sinn verkondigt. Bovendien baseert Sinn zich bij zijn berekening voor de uitstoot van dieselwagens op gedateerd onderzoek. De enige klassieke fout die Sinn niet maakt, is het feit dat er CO2-uitstoot is bij de productie van diesel”, klinkt het.

Hoe zit het nu precies?

Het klopt dat de lucht niet wordt vervuild als er gereden wordt met een 100% elektrisch voertuig. Maar het is noodzakelijk om stil te staan bij hoe de stroom waarop die wagens rijden geproduceerd wordt. “Het is natuurlijk belangrijk de hele levenscyclus van een elektrisch voertuig in rekening te nemen om vragen over de milieu-impact correct te beantwoorden,” zegt Joeri Van Mierlo, professor aan de VUB. “Daarvoor hebben we alvast gedetailleerde computermodellen ontwikkeld, zodat we naast de emissies uit de uitlaatpijp van een voertuig, ook rekening kunnen houden met de milieu-impact van de batterijen en van de productie van elektriciteit,” zegt de prof, die gespecialiseerd is in elektrische mobiliteit.

Wereldwijd wordt nog steeds een belangrijk deel van de elektriciteit opgewekt met kolen en gas, fossiele brandstoffen dus. Dat betekent dat, globaal gezien, een elektrische wagen bijna evenveel CO2 per kilometer uitstoot als een benzine- of dieselwagen. Maar in Europa is de situatie een stuk beter. Zo is de elektriciteit die in België geproduceerd wordt voornamelijk afkomstig van energiebronnen die weinig tot geen CO2 uitstoten zoals hernieuwbare energiebronnen (windenergie, zonne-energie, hydro-elektriciteit) of nog kerncentrales. “In België stoot een elektrische wagen dus drie tot vier keer minder CO2 uit dan een klassieke wagen”, zegt Van Mierlo. “Als automobilisten dan nog op groene stroom zouden rijden, spreken we van vijftien keer minder CO2 uitstoot.”

“Belangrijk is wel te onderstrepen dat er bij de ontginning van grondstoffen in Zuid-Amerika of China nog een grote milieuverbetering nodig is. Zo gebruikt men voor de productie van de accu's zeldzame materialen als lithium of kobalt . De winning van deze materialen heeft dan ook een grote impact op mens en natuur. Een optimalisatie van de recyclage van de bewuste materialen kan de milieu-impact nog verder reduceren.”

“Bovendien is het belangrijk om juist te vergelijken. In de pers lees je vaak vergelijkingen die geen steek houden”, aldus Van Mierlo. “Als je de zwaarste elektrische wagens vergelijkt met de kleinste auto’s met verbrandingsmotoren, stel je uiteraard vast dat vervuiling gelijk oploopt. Maar zo’n vergelijking is per definitie onjuist. Je krijgt een vertekend beeld.”

Conclusie

Een elektrische auto is milieuvriendelijker dan een vergelijkbaar model dat op diesel of benzine rijdt. “Er zijn weliswaar gradaties: afhankelijk van waar de elektrische auto rijdt, en de manier waarop de gebruikte stroom geproduceerd wordt”, benadrukt Joeri Van Mierlo. “In Polen bijvoorbeeld wordt nog massaal gebruikgemaakt van steenkool. Dat zorgt voor een toename van de ecologische voetafdruk van een elektrische wagen, maar die voetafdruk blijft hoe dan ook lager dan wanneer men met een verbrandingsmotor rijdt. In België is het een ander verhaal. Hier wordt veel gebruikgemaakt van groene stroom. Een elektrische auto is dan tot vier keer minder vervuilend dan een klassieke diesel- of benzinewagen.”