Nee, nieuwe studie toont niet aan dat wonen in de buurt van windmolens zorgt voor ernstige gezondheidsproblemen
Een recente studie onderzocht de interactie tussen voeding, intellectueel functioneren en sociale klasse. Bij mensen uit de lagere sociale klassen bleek het intellectueel functioneren sneller achteruit te gaan indien ze ongezonder aten. Met dit laatste werd bedoeld: het gebruik van veel vlees, vet, zuivelproducten en zout. Merkwaardig genoeg werd dit verband niet gezien bij mensen uit de hogere sociale klassen. Integendeel, in die groep daalde het intellectueel functioneren minder snel wanneer ze ongezonder aten.
De onderzoekers besloten dat men zich vooral op mensen uit de lagere sociale klassen zou moeten focussen bij initiatieven die aanzetten tot gezonder eten. Zij gaan er kennelijk van uit dat er bij die mensen een rechtstreeks verband bestaat tussen hun voeding en de aftakeling van de intelligentie met de leeftijd.
Twijfels omtrent de geloofwaardigheid van deze boodschap vormen voldoende reden om de studie in kwestie door te lichten. Want waarom zou dit effect enkel mensen uit de lagere sociale klasse treffen? In welke mate voeding, sociale status en intellectueel functioneren elkaar rechtstreeks beïnvloeden is niet gekend. Vele andere factoren kunnen een rol spelen. Mensen die lager staan op de sociale ladder hebben vaker een risicohoudend beroep, drinken en roken meer, zijn minder goed gehuisvest, verzorgen zich minder goed bij ziekte, of eten minder gezond.
Zoals dit meestal het geval is met voedingsstudies blijkt het te gaan om een observerend onderzoek. In tegenstelling tot studies waar proefpersonen bij lottrekking ingedeeld worden in een onderzoeksgroep (gezond eten) en een controlegroep (ongezond eten), vergelijkt men in dit geval mensen die zelf beslist hebben wat ze wel en niet eten. Dit brengt met zich mee dat de twee onderzoeksgroepen in veel meer kenmerken verschillen dan alleen maar in hun voedingsgewoonten. Zo stelde men vast dat de mensen die gezonder aten eerder vrouwen waren dan mannen, dat ze minder rookten en ook minder overgewicht hadden. Elk van deze factoren, en wellicht ook ongekende verschilpunten die in het onderzoek niet gemeten werden, kunnen een rol spelen in de evolutie van het intellectueel functioneren van deze mensen. De interpretatie van het resultaat van dergelijke studies moet steeds zeer omzichtig gebeuren.
Deze studie bewijst niet dat gezonde voeding de vermindering in de intellectuele capaciteiten met het ouder worden afremt. Noch bij hogere noch bij lagere sociale klassen.