Hebben darmbacteriën invloed op gevaarlijk buikvet?

Waar komt dit nieuws vandaan?

Wetenschappers van King’s College in Londen onderzochten het verband tussen de bacteriën aanwezig in de stoelgang (en dus ook in de darmen) en overgewicht. Ze verzamelden gegevens over de vetsamenstelling bij 3.666 gezonde tweelingen van gemiddeld 63 jaar. Meer bepaald over body mass index, vetdistributie en hoeveelheid buikvet. Van 1.313 individuen werden stoelgangstalen verzameld en onderzocht. Vervolgens werden verbanden geanalyseerd. Eén opvallende vaststelling was dat de groep deelnemers met zwaarlijvigheid een povere diversiteit aan darmbacteriën in de stoelgang hadden. Dit verband bleek het sterkst voor buikvet: hoe minder variatie in darmbacteriën, hoe meer buikvet. Ook het omgekeerde was waar: hoe hoger de diversiteit aan darmbacteriën in de stoelgang, hoe minder buikvet de betrokken deelnemer had.

De onderzoekers besluiten dat er een duidelijk verband is tussen darmbacteriën in de stoelgang en de hoeveelheid buikvet: hoe meer variëteit, hoe beter, want hoe minder buikvet en dus minder risico op obesitas, hart- en vaatziekten en diabetes type 2. Een verklaring voor hun vaststelling hebben de wetenschappers niet.

Hoe moeten we dit nieuws interpreteren?

De aard van deze studie laat niet toe te stellen dat het hier om een oorzakelijk verband gaat: of de aanwezige darmbacteriën een direct effect hebben op de hoeveelheid buikvet, of omgekeerd, is daarom moeilijk te zeggen. Het is ook niet de eerste keer dat wetenschappers een verband vinden tussen darmflora en vet, lichaamsgewicht en obesitas. Dat sterkt het vermoeden dat de darmflora op één of andere manier wel een rol moet spelen bij overgewicht, maar men tast nog in het duister over mogelijke mechanismen.

De onderzoekers stelden ook vast dat de samenstelling van de darmflora meer overeenkomsten vertoont bij identieke tweelingen in vergelijking met niet-identieke tweelingen, wat weer wijst op een erfelijke factor.

Conclusie

Deze studie vindt een verband tussen de hoeveelheid buikvet en de diversiteit aan darmbacteriën in de stoelgang: hoe meer variatie in darmbacteriën, hoe minder buikvet en hoe kleiner de kans op obesitas, hart- en vaatziekten en diabetes type 2. Over het mechanisme achter dit verband tast men nog in het duister.