Dit weten we al over de behandelingen tegen COVID-19
Twee Belgische organisaties die artsen verenigen die patiënten met chronische pijn behandelen, namelijk de Belgian Pain Society en de Vlaamse Anesthesiologische Vereniging voor Pijnbestrijding, verwittigden via de media dat er te veel geloof wordt gehecht aan het positieve effect van cannabis en afgeleiden. Ze zijn het beu om telkens weer de vraag te krijgen van patiënten om cannabis voor te schijven. Hiervoor baseren ze zich vooral op een artikel dat vorig jaar verscheen in het gezaghebbende medisch tijdschrift PAIN (1).
De onderzoekers schreven een systematische review (overzichtsstudie) over het gebruik van cannabis voor mensen die lijden aan chronische pijn (behalve kankerpijn). Een systematische review wil zeggen dat ze geen nieuw onderzoek uitvoerden, maar op zoek gingen naar alle mogelijke artikels die verschenen over pijn en cannabis tussen 1980 en 2017 en de kennis daarin samenvatten. Ze vonden 91 studies, waarvan 47 RCT’s of studies waarin een controlegroep met placebo werd geplaatst tegenover de groep patiënten die cannabis nam. De conclusie van al die studies is dat cannabis heel af en toe werkt en dat het effect bij die mensen niet zo heel groot is. Er zijn geen studies die aantonen dat cannabis de pijn met meer dan de helft doet afnemen. Enkele studies stellen vast dat cannabis de pijn met minstens 30% laat afnemen, maar dat gebeurt maar bij 1 patiënt op 24. Als aan de patiënten gevraagd wordt of cannabis de pijn ‘veel’ of ‘zeer veel’ heeft doen dalen, dan gaat dat op voor 1 patiënt op 38. Daarnaast heeft 1 patiënt op 6 last van nevenwerkingen.
Dit onderzoek heeft bewezen dat cannabis kan werken bij chronische pijn, maar dat dit toch eerder zeldzaam is. De kwaliteit van het bewijs wordt als ‘matig’ bestempeld, dat is de tweede hoogste categorie. Dit effect is enkel aangetoond voor patiënten die lijden aan multiple sclerose (MS) en neuropathische pijn, dat is pijn die ontstaat als zenuwen worden beschadigd, bijv. bij ischias of pijn na gordelroos (zona). Het grote probleem met dit systematisch literatuuroverzicht is dat veel van de geïncludeerde studies niet echt goed uitgevoerd zijn: er werden eerder weinig patiënten bestudeerd en de opvolging was vaak van korte duur (2). Bovendien werden veel verschillende soorten cannabis gebruikt: van het roken van klassieke marihuana over mondsprays met THC* en CBD** tot pilletjes met THC of olie met THC- en CBD-extracten. Dit maakt het zeer moeilijk om algemene conclusies te trekken. De best uitgevoerde studies gebruikten meestal de spray, die op de markt is onder de naam Sativex en waarin ongeveer evenveel THC als CBD zit (2).
Dit onderzoek ondersteunt de nota die het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG) uitbracht in 2014. Hierin wordt gesteld dat cannabis nooit gebruikt kan worden als eerste keuze, en enkel in welbepaalde indicaties. Bovendien komen nevenwerkingen, zoals verwardheid, concentratiestoornissen, draaierigheid, misselijkheid of een veranderde (toegenomen) eetlust, geregeld voor.
Een overzichtsstudie over de effecten van cannabisproducten op chronische pijn toont aan dat cannabis af en toe werkt bij MS en bij pijn als gevolg van beschadigde zenuwen. Dat betekent dat het effect van cannabis overroepen wordt: het werkt bij een beperkte groep patiënten en het effect is niet groot. Daarenboven ontstaan er vaak nevenwerkingen. Meer en beter onderzoek is nodig om het effect van cannabis, de dosis en de beste toedieningswijze uit te klaren.