Neen, niet iedereen moet zomaar vitamine D-supplementen innemen
Glucosamine is scheikundig gezien een aminosuiker, met andere woorden een suikervorm met eigenschappen van eiwitten. Het komt voor in alle lichaamsweefsels, maar vooral in kraakbeen en pezen. Glucosamine wordt gebruikt als voedingssupplement in de behandeling van artrose, maar is vooral in de alternatieve geneeswijze populair.
Veel sporters en mensen met artrose slikken glucosamine om hun kraakbeen te beschermen, al ontbreekt er duidelijk bewijs van enig effect. Amerikaanse onderzoekers gingen na of voedingssupplementen met glucosamine de sterfte door hart- en vaatziekten, net als de totale sterfte, kunnen beïnvloeden (1). De wetenschappers namen de gegevens van een oudere Amerikaanse cohortstudie onder de loep. Die studie werd uitgevoerd tussen 1999 en 2010 bij volwassenen. De sterfte in een glucosaminegroep van 658 deelnemers werd vergeleken met de sterfte in een groep van 16.028 deelnemers die het supplement nooit namen.
Tijdens de opvolging van 107 maanden waren er 3.366 overlijdens, waarvan 674 door hart en vaatziekten. Rekening houdend met verstorende factoren, daalde in de glucosaminegroep de sterfte door hart- en vaatziekten met 58%, en de totale sterfte met 27%. Glucosamine zou de sterfte verminderen door ontstekingen in het lichaam af te remmen.
De onderzoekers besluiten dat het beschermend effect van glucosamine verder moet onderzocht worden.
Dit onderzoek is een cohortstudie, een type waarnemend onderzoek dat verbanden kan vaststellen, maar geen oorzaak-gevolgverbanden aantonen. De studie toont duidelijk de grenzen aan van dergelijk onderzoek: proefpersonen die glucosamine innamen, leefden inderdaad langer. Maar de deelnemers met glucosamine waren hoger opgeleid, rookten opmerkelijk minder (6,2% tegenover 20,3% in de andere deelnemersgroep) en waren fysiek veel actiever (59 minuten per week tegenover 44 minuten per week). Er waren geen gegevens over ex-rokers, voedingsgewoonten van de deelnemers en aanwezige aandoeningen en/of medicatie.
In het verleden werd al duidelijk aangetoond dat mensen die voedingssupplementen nemen, over het algemeen gezondere eetgewoonten hebben, minder roken en meer sporten (2). De onderzoekers probeerden daar in statistische modellen rekening mee te houden, maar het blijft giswerk. Bovendien kunnen storende factoren die niet gemeten werden, niet in de modellen gebruikt worden. Een essentieel punt is dat de deelnemers die glucosamine gebruikten, hoofdzakelijk van het blanke Europese type waren (91% tegenover 75%), een type dat het in de Verenigde Staten socio-economisch beter doet. Een laatste belangrijk element is dat zowel de dosis als de duur van het glucosamine-gebruik totaal onbekend zijn. Vraag steeds raad aan je huisarts vooraleer je voedingssupplementen neemt.
Tot slot werd het verband tussen glucosamine en hart- en vaatziekten al eerder onderzocht. Ook toen konden onderzoekers geen oorzakelijk verband aantonen.
Een Amerikaanse studie toont aan dat deelnemers die dagelijks glucosamine innemen langer leven dan deelnemers die dat niet doen. Het lijkt te mooi om waar te zijn, en dat is het ook. De glucosamine-gebruikers uit de studie leefden gezonder, rookten minder en sportten meer. Dat ze langer leven, kan je dus niet zomaar toeschrijven aan glucosamine.