55% van de Belgische jongeren kampt met meerdere psychische klachten
Canadese onderzoekers gingen bij meer dan 3.800 jongeren de gevolgen na van cannabisconsumptie voor het brein (1). De jongeren, die bij aanvang van de studie 12-13 jaar waren, werden gedurende vier jaar opgevolgd. De deelnemers moesten aangeven hoeveel cannabis en alcohol ze consumeerden. Jaarlijks werden volgende hersenfuncties getest: het kortetermijngeheugen (werkgeheugen, om taken uit te voeren), het langetermijngeheugen (om herinneringen op te halen), de mate van impulscontrole en perceptuele vaardigheden (interpretatie van zintuiglijke waarnemingen).
De onderzoekers vergeleken de resultaten van diverse tests van cannabisgebruikers met die van alcoholgebruikers. Jongeren die regelmatig cannabis gebruikten gedurende de hele studieperiode (vier jaar), scoorden slechter op tests voor het kortetermijngeheugen, impulscontrole en perceptuele vaardigheden. Hoe jonger de gebruikers, hoe lager de scores op de geheugentests. Een stijging van de cannabisconsumptie tijdens het jaar voor de test was gelinkt aan lagere scores voor geheugentests en impulscontrole. Jongeren die regelmatig alcohol dronken gedurende de studieperiode scoorden slechter op tests voor het kortetermijngeheugen, impulscontrole en perceptuele vaardigheden. Verandering in alcoholconsumptie over de opvolgjaren had geen impact op deze resultaten.
De onderzoekers besluiten dat jongeren die alcohol en/of cannabis gebruiken, minder goed functioneren op vlak van kortetermijngeheugen, impulscontrole en perceptuele vaardigheden. Ook suggereren de resultaten dat cannabisgebruik op lange termijn kwalijkere gevolgen heeft voor de hersenfuncties dan alcohol.
De studie heeft verschillende zwakke punten: we weten niet hoeveel cannabis en alcohol de jongeren precies gebruikten, noch kennen we de invloed van andere omgevingsfactoren op het geheugen en andere vaardigheden. De vergelijking tussen alcohol en cannabis is eveneens moeilijk te interpreteren. De enige conclusie die we hieruit kunnen trekken is dat cannabis wel degelijk een schadelijke invloed heeft op de hersenontwikkeling bij adolescenten. Of deze invloed aanhoudt wanneer ze stoppen met cannabis (of alcohol), werd hier niet onderzocht.
Een bijkomend probleem bij dit soort onderzoek is het ‘kip-of-ei-verhaal’. Het is zeer moeilijk om het verschil te maken tussen ‘jongeren die meer cannabis gebruiken omdat ze geheugenproblemen hebben’ en ‘jongeren die meer geheugenproblemen hebben omdat ze cannabis gebruiken’. In beide situaties kan dit vergaande socio-economische gevolgen hebben voor deze jongeren, door o.a. minder goede schoolresultaten.
Verder kunnen storende factoren een rol spelen: de eet- en leefgewoonten van cannabisgebruikers kunnen minder gezond zijn, wat dan weer een invloed kan hebben op het brein.
Ten slotte is dergelijk onderzoek zeer delicaat: jongeren staan niet te springen om aan te geven dat ze cannabis gebruiken.
Cannabis is de meest gebruikte illegale drug in Europa. Volgens de gezondheidsenquête van Sciensano had 15% van de Belgische bevolking van 15 tot 64 jaar minstens één keer in hun leven cannabis gebruikt in 2013 (2). Van deze gebruikers gaf 69% aan geen cannabis te hebben gebruikt in de afgelopen 12 maanden. Cannabisgebruik komt meer voor in de leeftijdsgroep van 15 tot 34 jaar, waar tot 30% ooit heeft gebruikt.
Cannabisgebruik lijkt niet zo onschuldig en kan de ontwikkeling van een jong brein verstoren. Deze studie toont echter niet aan dat alcohol minder schadelijk is dan cannabis, want ook alcohol vermindert de hersenfuncties (zij het in iets mindere mate volgens de onderzoekers). In vergelijking met niet-gebruikers hebben zowel alcohol als cannabis schadelijke effecten op jonge hersenen. Of deze impact blijvend is, werd in deze studie niet onderzocht.