België in middenmoot bij statistieken over depressie
Suiker staat al geruime tijd ter discussie. Deze studie gaat over fructose, ofwel vruchtensuiker. Fructose is van nature aanwezig in verschillende fruitsoorten, maar wordt ook veel gebruikt als zoetstof in voedingsmiddelen en dranken.
Wetenschappers zeggen dat vooral het veelvuldig eten van fructose tijdens de tienerjaren bepalend is voor de mentale staat later. Als onderdeel van de studie gaven de Amerikaanse vorsers tienerratten en volwassen ratten hetzij een standaard dieet, hetzij een dieet rijk aan fructose. Na tien weken stelden ze de ratten bloot aan stress door hen te laten zwemmen of door hen te verstoppen in een doolhof.
De tienerratten die het dieet met veel fructose gekregen hadden, vertoonden een andere reactie op de stresstest dan de volwassen ratten. Ze produceerden meer van het stresshormoon cortisol en vertoonden bijgevolg angstig en depressief gedrag. De fructose in de rattenlichaampjes beïnvloedde het onderdeel van de hersenen dat bepaalt hoe men reageert op stress. Bij de ratten met het standaard dieet was dit niet het geval.
Dit nieuws is gebaseerd op resultaten gepresenteerd tijdens een wetenschappelijk congres. Hierover is alleen een korte samenvatting geschreven, waardoor we weinig informatie hebben over hoe de studie is uitgevoerd.
Belangrijk is dat het een experiment met dieren betrof. Ratten die tijdens hun jeugdperiode veel fructose kregen, vertoonden ander gedrag en hormonale afwijkingen vergeleken met ratten die op latere leeftijd veel fructose kregen. Of dit effect ook voor mensen geldt, is hiermee niet bewezen. We hebben geen degelijk onderzoek gevonden dat dit verband in mensen heeft aangetoond.
Deze studie bewijst niet dat het eten van te veel suiker bij mensen leidt tot depressie, angst of stress.