Nee, mondmaskers veroorzaken geen hypercapnie
In een artikel op de website The Science Times waarschuwt de Amerikaan Russell Blaylock, een voormalig neurochirurg, voor het dragen van mondmaskers. Volgens hem zorgt het dragen van een mondmasker ervoor dat men het eigen “uitgeademde virus” weer terug inademt waarna het de hersenen bereikt. Daarnaast beweert hij ook dat mondmaskers hypoxie (een gebrek aan zuurstof) of hypercapnie (een teveel aan CO2 ) kunnen veroorzaken. Hij maakte deze beweringen eerder al in een artikel op de website Technocracy en heeft in het verleden ook andere foute informatie verspreid, onder andere over vaccins en COVID-19. Het artikel van The Science Times, gepubliceerd op 18 mei 2020, ging op een dag tijd viraal en is op Facebook meer dan een miljoen keer bekeken. Het werd inmiddels ook door Nederlandstalige websites overgenomen.
Als bewijs voor zijn bewering dat mondmaskers “een gezondheidsrisico vormen voor dragers ervan” verwijst Blaylock naar een “studie die uitgevoerd werd door het Nationaal Universiteitsziekenhuis van Taiwan”. De link naar de studie leidt echter naar een website waar men zich kan inschrijven voor een klinische proef die afgerond werd in 2005. Voor deze proef lijken er geen resultaten te zijn gepubliceerd. De proef onderzocht de effecten van het dragen van N95 maskers op medisch personeel en dus niet de stoffen mondmaskers die momenteel aangeraden worden.
Blaylock citeert ook een tweede studie uit Singapore. In deze studie vulden zorgverleners een vragenlijst in waarin hen gevraagd werd of ze hoofdpijn kregen tijdens het dragen van N95 maskers. De resultaten wezen uit dat een voorgeschiedenis van hoofdpijn en het meer dan vier uur lang dragen van N95 maskers gelinkt konden worden aan hoofdpijn. De onderzoekers haalden echter ook aan dat ze geen gebruik maakten van controlegroepen in hun studie en dat ze niet informeerden naar andere potentiële oorzaken van hoofdpijn, zoals stress of slaapgebrek. De studie vond dan ook geen causale relatie tussen het gebruik van N95 maskers en hoofdpijn. De onderzoekers zelf stipten ook aan dat het N95 masker algemeen gesproken goed werd verdragen, met weinig tot geen ongewenste effecten.
Het artikel van Blaylock claimt ook dat er “nieuw bewijs” zou zijn dat aantoont dat het dragen van een mondmasker ervoor zorgt dat het virus in de hersenen dringt, maar Blaylock citeert geen enkel onderzoek. COVID-19 kan wel degelijk de hersenen en andere delen van het zenuwstelsel aantasten en sommige patiënten vertonen neurologische symptomen, naast de andere symptomen. Wetenschappers zijn echter nog niet zeker waarom dit gebeurt en er is geen wetenschappelijk bewijs dat aantoont dat het gebruik van mondmaskers ertoe zou bijdragen. Daarnaast geeft bestaand bewijs ook aan dat het onwaarschijnlijk is dat mondmaskers hier invloed op kunnen hebben.
De bewering van Blaylock dat “bij het dragen van een mondmasker het uitgeademde virus niet kan ontsnappen en zich zal ophopen in de neusholte, waarna het in de reukzenuw dringt en zo de hersenen bereikt” is ongefundeerd en onlogisch. Wanneer iemand het virus uitademt, is de persoon al besmet. De groei van de infectie is vooral afhankelijk van het immuunsysteem van de besmette persoon en dus niet van het inademen van het virus dat men eerder uitademde.
Het is ook belangrijk om op te merken dat de beweringen van Blaylock over hypoxie, hypercapnie en een verhoogd risico op een infectie in de hersenen door SARS-CoV-2 vooral over de N95 maskers gaan. Deze maskers houden ongeveer 95% van de schadelijke deeltjes in de lucht tegen, waaronder dus ook virussen. Stoffen mondmaskers bieden niet hetzelfde hoge niveau van bescherming, maar worden wel aangeraden voor de bevolking. Ze houden wel de besmettelijke druppeltjes tegen die in de lucht terecht komen door te praten, hoesten of niezen. Deze druppeltjes zijn de belangrijkste manier van besmetting bij COVID-19.
De druppeltjes die verspreid worden door te praten, blijven tussen 8 tot 14 minuten in de lucht hangen, zo wijst onderzoek uit. Besmettelijke druppeltjes kunnen ook verspreid worden door mensen die asymptomatisch of presymptomatisch zijn, en dus geen enkel teken of symptoom van de ziekte vertonen. Stoffen mondmaskers zorgen er dus voor dat deze mensen geen andere mensen besmetten zonder het te weten. Jeremy Howard, onderzoeker aan de Universiteit van San Francisco, heeft samen met enkele collega’s een lijst gemaakt met wetenschappelijke publicaties die aantonen dat mondmaskers de verspreiding van het virus helpen tegengaan.
Hoewel er dus geen bewijs is dat de beweringen van Blaylock ondersteunt, wordt wel gewaarschuwd om voorzichtig om te gaan met mondmaskers, zeker bij langdurig gebruik bij mensen met aandoeningen aan de luchtwegen. Hetzelfde geldt voor stoffen mondmaskers. De Amerikaanse Centres for Disease Control & Prevention (CDC) geven aan dat stoffen mondmaskers niet mogen gedragen worden door kinderen jonger dan 2 jaar, mensen met ademhalingsproblemen, bewusteloze personen of anderen die het masker niet kunnen afzetten zonder hulp.
Verschillende gezondheidsdiensten en experts hebben eerder al onderstreept dat mondmaskers, zowel chirurgisch als in stof, geen 100% volledige bescherming bieden, maar benadrukken wel het belang van de maskers in het verminderen van de verspreiding van het virus. De mondmaskers zijn daarmee vergelijkbaar met veiligheidsriemen in auto’s: ook die voorkomen niet alle verwondingen bij ongevallen maar spelen wel een belangrijke rol in het verminderen van het aantal doden.
Er is geen bewijs voor de claim van Russell Blaylock dat het dragen van een mondmasker de kans op een infectie in de hersenen naar aanleiding van SARS-CoV-2 verhoogt. Ook zijn bewering dat het gebruik van mondmaskers aanzienlijke gezondheidsrisico’s met zich meebrengt is ongefundeerd. Hoewel mondmaskers, zowel chirurgisch als in stof, geen volledige bescherming bieden, spelen ze wel een belangrijke rol in het verminderen van het risico op besmetting. Mondmaskers houden een groot deel van de besmettelijke druppeltjes tegen die in de lucht komen door praten, hoesten of niezen en het zijn net die druppeltjes die de belangrijkste vorm van besmetting zijn bij COVID-19.