Rood en bewerkt vlees verhogen het risico op kanker

Dat veel vlees eten niet goed is voor de gezondheid, is algemeen bekend. Het vergroot de kans op dikkedarmkanker. Maar de link met andere kankersoorten, en meer specifiek borst- en prostaatkanker, is minder duidelijk. Nieuw onderzoek probeert dit verder te ontrafelen.

16 mei 2022

gezondheidenwetenschap corona gezondheid

Waar komt dit nieuws vandaan?

In een grootschalig onderzoek, de UK Biobank study, zijn Britse wetenschappers het verband nagegaan tussen vlees eten en het risico op kanker (alle types, waaronder dikkedarmkanker, prostaatkanker en borstkanker) (1):

  • Aan de studie namen 472.377 Britten deel.
  • Bij de start moesten ze een uitgebreide vragenlijst invullen, met onder andere vragen over hun voedingsgewoonten.
  • Er werd een bloedstaal genomen en de BMI werd bepaald
  • Op basis van hun vleesconsumptie werden de deelnemers ingedeeld in 4 groepen:
    • grote vleeseters die meer dan 5 keer per week vlees eten (52,4% van de deelnemers);
    • kleine vleeseters die minder dan 5 keer per week vlees eten (43,5%);
    • pescotariërs die geen vlees, maar wel vis eten (2,3%);
    • vegetariërs (1,8%).
  • Vervolgens werden de deelnemers gemiddeld 11,4 jaar gevolgd.
    • Tijdens deze periode ontwikkelden 54.961 deelnemers kanker.
    • Uit de statistische analyse bleek dat, in vergelijking met grote vleeseters:
      • kleine vleeseters een lagere kans hebben op dikkedarmkanker (-9%);
      • pescotariërs een lagere kans hebben op kanker in het algemeen (-10%) en prostaatkanker (-20%);
      • vegetariërs een lagere kans hebben op kanker in het algemeen (-14%), borstkanker (-18%) en prostaatkanker (-31%).
Hoe moet je dit nieuws interpreteren?

Deze studie vindt een verband tussen veel vlees eten en een grotere kans op dikkedarmkanker. De onderzoekers maken wel geen onderscheid tussen charcuterie, rood en wit vlees. Zowel de Wereldgezondheidsorganisatie als het Wereldkankeronderzoeksfonds doen dit wel:

  • Zij stellen dat er een duidelijk verband is tussen rood en bewerkt vlees eten en een verhoogd risico op dikkedarmkanker. Dat verband is het sterkst voor bewerkt vlees.
  • Ze raden daarom aan om de consumptie van beide te beperken (2, 3).

In België adviseert de Hoge Gezondheidsraad om maximum 300 gram rood vlees (rund, kalf, varken, lam, geit, paard) en 30 gram bewerkt vlees per week te eten (4). Of helemaal geen vlees eten beter is, is niet duidelijk:

  • Het aantal pescotariërs en vegetariërs in de studie (en het aantal dikkedarmkankers bij die personen) was te klein om er een uitspraak over te kunnen doen.
  • Om dezelfde reden moeten we het lagere risico op kanker in het algemeen, borstkanker en/of prostaatkanker bij vegetariërs en pescotariërs voorzichtig interpreteren. Deze studie kan hierover geen uitsluitsel geven.
  • Verder onderzoek moet ook voldoende rekening houden met andere factoren die het ontstaan van kanker kunnen beïnvloeden, zoals hormonale status, gewicht en lichaamsbeweging:
    • Vegetariërs zijn over het algemeen slanker dan vleeseters.
    • Dat zou het lager risico op borstkanker kunnen verklaren. Overgewicht is immers een bekende risicofactor voor borstkanker.
Conclusie

Deze studie bevestigt enkel dat veel vlees eten de kans op dikkedarmkanker verhoogt. Of het beter is voor andere kankers (in het algemeen, prostaat- en borstkanker) om helemaal geen vlees te eten, kan deze studie niet bevestigen. Daarvoor was het aantal pescotariërs en vegetariërs (en het aantal kankergevallen bij die personen) te klein. Er is meer onderzoek nodig bij grote groepen. De Hoge Gezondheidsraad adviseert om per week niet meer dan 300 gram rood vlees (rund, kalf, varken, lam, geit, paard) en 30 gram bewerkt vlees te eten.

Geraadpleegde Bronnen

Nina Van Den Broecke

 
Lees ook...
sep 2022

Tijdelijk hoger risico op borstkanker, maar de pil beschermt ook tegen andere kankers

nov 2021

Geen bewijs dat coronavaccins kanker veroorzaken of verergeren

nov 2023

Geen bewijs voor toename van kanker door vaccins

aug 2022

Gat in cv door kanker zorgt voor minder kans op een job, maar verschil is geen ‘tienvoud’