Een op tien vrouwen ooit geconfronteerd met zwangerschapsverlies
Canadese onderzoekers wilden weten of het gebruik van antidepressiva in de zwangerschap het risico op autismespectrumstoornissen (ASS) verhoogt. Ze gebruikten een databank die gegevens bevat van alle kinderen geboren tussen 1998 en 2009 in Québec. Daaruit selecteerden ze een groep van 145.456 kinderen waarvan ze beschikten over de volledige medische gegevens omtrent de zwangerschap en de gezondheid van het kind tot maximum 6 jaar. Van deze groep kregen 1.054 kinderen de diagnose ASS (0,72%) en werden er 4.724 kinderen blootgesteld aan antidepressiva in de zwangerschap (3,2%). Van de moeders die antidepressiva slikten in de zwangerschap, deed de meerderheid dit in het eerste zwangerschapstrimester (88,9%) en de helft (53,6%) in het tweede en derde zwangerschapstrimester.
Analyse van de verzamelde gegevens leerde dat het risico op ASS bij het nageslacht bijna verdubbelde (factor 1,87) bij vrouwen die antidepressiva slikten in het tweede en derde zwangerschapstrimester. In het bijzonder antidepressiva van een bepaald type, namelijk SSRI’s (genre Prozac(R) e.d.). Het risico op ASS nam niet toe wanneer vrouwen enkel in het eerste zwangerschapstrimester antidepressiva gebruikten. De onderzoekers hielden zoveel mogelijk rekening met beïnvloedende factoren, waaronder depressies in de voorgeschiedenis, en konden de invloed daarvan uitschakelen. Ze concludeerden dat het gebruik van antidepressiva, met name SSRI’s, in het tweede en derde zwangerschapstrimester het risico op ASS nagenoeg verdubbelt.
Het mag dan wel gaan om een goed uitgevoerde studie, de aard van het onderzoek laat niet toe te besluiten dat het hier zou gaan om een oorzakelijk verband. De echte oorzaken van ASS zijn niet gekend. Aangenomen wordt dat zowel genetische als omgevingsfactoren een rol spelen. Misschien spelen factoren mee, andere dan depressie in de voorgeschiedenis van de moeder, die de kans op autisme bij het kind doen toenemen. Antidepressiva worden voor meerdere psychiatrische aandoeningen gebruikt, die ook een rol kunnen gespeeld hebben. Het is niet duidelijk waarom deze moeders antidepressiva slikten.
Bovendien gaat het om een zeer klein risico. Slechts een kleine groep kinderen ontwikkelt ASS (< 1%), zodat zelfs een verdubbeling nog steeds een klein risico is. Vrouwen die antidepressiva krijgen voorgeschreven in de zwangerschap moeten niet panikeren. Wie zich ongerust maakt, bespreekt dit best met zijn arts. De voordelen van antidepressiva moeten afgewogen worden tegen mogelijke nadelen.
Meer informatie over autisme en ASS vindt u in de patiëntenrichtlijn autisme: http://www.gezondheidenwetenschap.be/richtlijnen/autisme.
Deze studie vindt een verband tussen gebruik van antidepressiva in het tweede en derde zwangerschapstrimester en autismespectrumstoornissen bij het kind, maar kan niet aantonen dat het gaat om een oorzakelijk verband. Het risico op ASS is kleiner dan 1%, een verdubbeling is nog steeds kleiner dan 2%.