Meer CO2 in de atmosfeer zorgt voor hogere temperaturen
Het stedelijk hitte-eilandeffect zou voor datavervuiling gezorgd hebben, zo beweert de YouTube-documentaire Climate: The Movie. Door het hitte-eilandeffect kan het in steden enkele graden warmer zijn dan in plattelandsgebieden. Volgens de Youtube-documentaire hingen begin 20ste eeuw thermometers buiten de steden, maar gedurende de 20ste eeuw hebben de steden uitgebreid waardoor thermometers die vroeger buiten de steden hingen, nu omringd zijn door shoppingcenters, fabrieken en huizen. Met als gevolg dat de globale temperatuurmetingen dus niet correct zouden zijn, zo beweert de documentaire.
Tegenwoordig woont zo’n meer dan de helft van de wereldbevolking in steden. Het hitte-eilandeffect zorgt ervoor dat de luchttemperaturen in stedelijke gebieden enkele graden Celsius hoger kunnen zijn dan in de omliggende landelijke gebieden, vooral 's nachts. Dat komt omdat stedelijke gebieden dichter bevolkt zijn, waardoor ze meer warmte prodcueren door verwarming en transport. De hoge en dichte bebouwing houdt deze warmte vast en beperkt de afkoeling door een lage windcirculatie. Bovendien aborberen bouwmaterialen en asfaltwegen de zonnewarmte.
Rozemien De Troch van het Belgian Climate Centre vertelt aan Factcheck.Vlaanderen dat het stedelijk hitte-eilandeffect het grootst is tijdens de nacht, vooral bij heldere hemel en windstille omstandigheden. Tijdens dergelijke nachten kan het in steden zoals Brussel tot meer dan 5°C warmer zijn dan in de plattelandsgebieden in de buurt.
Als het klimaat in steden verschilt met het platteland stedelijke klimaat kan er dus een mogelijke vertekening van de luchttemperaturen zijn. Wetenschappers hebben echter het effect van hitte-eilanden onderzocht door gegevens van afgelegen stations te vergelijken met meer stedelijke locaties. Het verschil in temperatuurtrends tussen de landelijke locaties vergeleken met stedelijke locaties bleek klein.
Onderzoeker aan het Water en Klimaat Departement van VUB, Derrick Muheki, legt uit dat verhogingen van de luchttemperatuur eigenlijk zeer lokaal zijn. En gezien het feit dat de meeste stedelijke weerstations zich in open ruimtes zoals parken bevinden, ook wel "cool islands" genoemd, is het effect op weerstations dus miniem.
Het hitte-eilandeffect op luchttemperatuurmetingen voor stedelijke gebieden is dus in veel gevallen klein waardoor het effect op de globale temperatuurmetingen ook klein zijn. Rozemien De Troch verwijst ook naar het laatste rapport van het IPCC, de organisatie van de Verenigde Naties die de risico's van klimaatverandering evalueert, en specifiek naar figuur 2.11b. De laatste decennia vond de grootste temperatuurstoename plaats in Rusland, Alaska, het uiterste noorden van Canada en Groenland. Gebieden waar geen grote verstedelijking heeft plaatsgevonden.
Bron: IPCC.
Bij het meten van de opwarming van de aarde is het belangrijk dat de metingen niet vertekend worden door factoren zoals verstedelijking, maar ook het verplaatsen van een weerstation of het veranderen van de thermometers. Om rekening te houden met deze veranderde meetomstandigheden, worden bij de kwaliteitscontrole van de wereldwijde temperatuurmetingen deze factoren gedetecteerd en gecorrigeerd, de zogenaamde 'homogenisatie' van de meetreeksen.
De metingen kunnen gecorrigeerd worden door voor een gelijktijdige periode van een aantal jaren de temperatuur te meten in zowel de nieuwe situatie (bijvoorbeeld nieuwe locatie van het weerstation) als de oude situatie (bijvoorbeeld oude locatie van het weerstation).
Door het stedelijke hitte-eilandeffect kan het in steden enkele graden warmer zijn dan in de omliggende landelijke gebieden. Deze temperatuurstijging is echter zeer lokaal en omdat weerstations meestal in ‘cool islands’ zoals parken geplaatst worden heeft dit maar een miniem effect op de weerstations en dus ook op de globale temperatuurmetingen. Om rekening te houden met veranderde meetomstandigheden zoals verstedelijking worden temperatuurmetingen gecorrigeerd.