Tien kerkbranden in tien maanden, en andere berichten over Franse kerken...
Volgens X-gebruiker Ferdinand Meeus trok het klimaatpanel van de Verenigde Naties een opvallende conclusie: er zou geen toename zijn van “klimaatcatastrofen” als “hevige neerslag, overstromingen of bosbranden”.
Het panel, ook bekend als het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC), brengt in rapporten klimaatverandering in kaart. Ook Belgische onderzoekers schrijven daaraan mee.
De uitgave waarnaar Meeus verwijst dateert van 2021. Hij voegt aan zijn tweet een tabel toe uit het rapport.
Bron: X.
Volgens Meeus gaat het om een ‘technisch hoofdstuk’ dat zou verschillen van het ingekorte IPCC-rapport voor beleidsmakers. Er bestaan inderdaad uitgebreide en ingekorte versies van het rapport. In de samenvattende korte versies ontbreken de meeste figuren en tabellen. Alle edities - de technische, samenvatting en volledige - zijn hier te vinden.
De tabel in kwestie komt uit hoofdstuk 12 van het IPCC-rapport, dat de regionale risico’s voor klimaatverandering in kaart brengt. Met de tabel geven de auteurs aan hoe groot de kans is dat bepaalde fenomenen in de toekomst zullen toe- of afnemen. ‘Natte en droge’ gevolgen van klimaatverandering, zoals natuurbranden en overstromingen, kregen lege vakjes. Volgens de legende onder de tabel krijgen onderzoekers daar geen signalen van.
Bron: Chapter 12: Climate Change Information for Regional Impact and for Risk Assessment (IPCC).
Betekent dit dat er geen overstromingen plaatsvinden? “Nee”, zegt klimaatwetenschapper Wim Thiery van de Vrije Universiteit Brussel, die meeschreef aan het rapport. “De afwezigheid van een signaal is in vele gevallen gelinkt aan de afwezigheid van metingen”, legt hij uit. Hetzelfde staat ook in de voetnoot die in de post op X ontbreekt.
Omdat metingen namelijk overal ter wereld op andere manieren en tijdstippen worden uitgevoerd, ontbreekt hier en daar data. Wetenschappers kunnen daarom geen uitspraken doen op wereldwijde schaal.
Op basis van de bestaande regionale metingen, merkt het IPCC net wel een toename. Dat zegt ook professor Sara Vicca, biologe verbonden aan de Universiteit Antwerpen. “De bewering van Meeus is volledig incorrect. Het IPCC geeft in dat rapport net aan dat er al een duidelijke toename is van verschillende weersextremen.”
Ze verwijst naar hoofdstuk 11, dat is toegewijd aan extreme gevolgen van klimaatverandering. De conclusie daar is duidelijk: ‘sinds 1950 zijn wereldwijd de hete extremen, zoals hittegolven, toegenomen. Ze komen vaker voor en zijn intenser. Koude extremen, als sneeuwstormen, nemen net af.’ Op hun website spreekt het IPCC zelfs van een ‘vaststaand feit’.
“Het statement van Ferdinand Meeus is eigenlijk op zich al niet echt correct. Overstromingen en bosbranden zijn geen extreem weer, maar gevolgen van extreem weer”, besluit professor Vicca.
Wetenschappers en onderzoekscentra blijven voorzichtig in hun uitspraken. “Toch zou ik zeker geen dalende trend verwachten”, zegt professor Jan Baetens, hoofddocent bio-ingenieurswetenschappen aan de UGent. “Maar veelal is er geen data. Zo gaan de gegevens over natuurbranden van veel landen hoogstens veertig jaar terug. Het is moeilijk om te vergelijken over zo’n korte periode. In België zijn er bijvoorbeeld geen betrouwbare data en in Nederland gaan de metingen ook maar vijf of zes jaar terug.”
Landen hanteren dus verschillende maatstaven. In Nederland geldt een stukje opgebrand weiland als natuurbrand, terwijl al heel wat hectare grond in rook moet opgaan voordat de Grieken aan de alarmbel trekken. “Bovendien vallen natuur- en bosbranden niet altijd onder dezelfde noemer”, legt professor Baetens uit.
Zo is het vaak appelen met peren vergelijken, vindt professor Baetens. “We proberen de systemen wel te harmoniseren op Europees niveau, maar dat is een project van lange adem.”
Ook de Europese Commissie publiceert rapporten over natuurbranden. Het weer, op korte termijn, en het klimaat, op lange termijn, hebben vooral een invloed op de impact en intensiteit van branden. “Brandgevaar wordt op korte termijn direct en duidelijk beïnvloed door weer, en op lange door klimaat”, schrijven de auteurs in 2020. Dat zien ze ook bij ons. Volgens de projecties zal België, net als delen van Nederland en Frankrijk, steeds minder brandveilige dagen hebben, terwijl het aantal gevaarlijke dagen toeneemt.
Bij overstromingen is het plaatje wat duidelijker. Je merkt namelijk meteen als je straat onder water staat, terwijl het verschil tussen een natuurbrand en een kampvuurtje vager is. Toen een reeks overstromingen in 2021 Durbuy troffen, gebeurde hetzelfde in Duitse en Luxemburgse gebieden. En dat zal steeds vaker voorkomen, aldus de Wereld Meteorologische Organisatie (WMO), net als het IPCC een onderdeel van de Verenigde Naties. “Door de klimaatverandering is de kans op extreme regenval 1,2 tot 9 maal zo groot geworden”, schreef de WMO datzelfde jaar.
Helaas zal het nog even duren voordat we exacte cijfers hebben op een globale schaal. Daarvoor moeten alle metingen ter wereld eerst op een gelijkaardige manier worden uitgevoerd. Op basis van de beschikbare cijfers komen verschillende wetenschappers wél tot dezelfde conclusie: bosbranden en overstromingen nemen eerder toe. Een veranderend klimaat heeft extreme weersomstandigheden tot gevolg. Regen en langdurige droogte kunnen dan leiden tot zulke natuurrampen.