COVID-19 niet veroorzaakt door bacterie
In 2021 toonde de internationale vaccinatiegraad bij kleine kinderen de sterkste daling uit de voorbije 30 jaar. Daardoor zijn er minder baby’s beschermd tegen ernstige infectieziekten zoals polio (kinderverlamming) en difterie. Ook worden hier en daar uitbraken van mazelen gesignaleerd.
De daling van de vaccinatiegraad kunnen we deels verklaren door de covidcrisis, maar heeft zeker ook te maken met het verminderde vertrouwen in de basisvaccinatie en in de overheid die deze aanbeveelt.
Nochtans gaat het om veilige vaccins die kinderen beschermen tegen zeer ernstige infecties. Kinderen die een van deze infecties doormaken hebben een risico op restletsels, zoals verlammingsverschijnselen en hersenaantasting, en zelfs op overlijden.
Daarom slaan organisaties als de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en Unicef alarm: er is dringend een inhaalbeweging nodig om de vaccinatiegraad weer op te krikken.
In Vlaanderen is de vaccinatiegraad stabiel gebleven in de afgelopen twee coronajaren. Dat blijkt uit de cijfers die de Universiteit Antwerpen bijhoudt. Vlaanderen behoort nog steeds tot de beste leerlingen van de klas wat de vaccinatie voor kinderen betreft.
Bij ons is enkel de poliovaccinatie verplicht. De andere vaccisns worden sterk aanbevolen.
De verplichting heeft voor een groot deel te maken met de ernstige situatie van de polio-epidemieën in België in de jaren 50, en het op de markt komen van de twee poliovaccins in België in de jaren 60. Ze wilden toen absoluut kinderverlamming (polio) de wereld uithelpen. De aandoening en de gevolgen ervan waren nog in het geheugen gegrift. Ze zagen de verplichte vaccinatie als de beste interventie. Daarom staat het nu ook in de wet.
We zien trouwens momenteel in Europa nog een aantal landen, waaronder Frankrijk, Italië en Duitsland, teruggrijpen naar de verplichte vaccinatie. Op die manier hopen ze het aantal mensen dat gevaccineerd is (vaccinatiegraad) te verhogen en de zuigelingeninfecties beter onder controle te krijgen, vooral de mazeleninfecties.
Andere vaccins raadt de Hoge Gezondheidsraad aan. Dit doen ze voor bepaalde leeftijdsgroepen (bijvoorbeeld zuigelingen of 65-plussers), risicogroepen (bijvoorbeeld beroepsgroepen of reizigers), of individuen (bijvoorbeeld mensen met chronische aandoeningen). Het al dan niet aanraden van een vaccin heeft te maken met de risico’s van de vaccineerbare aandoening voor het individu of voor de maatschappij.
Terwijl in veel landen de vaccinatiegraad bij kleine kinderen gedaald is tijdens de coronajaren, is ze in Vlaanderen stabiel gebleven. De vaccins voor zuigelingen en kleine kinderen, zoals opgenomen in de vaccinatiekalender zijn nog steeds noodzakelijk en nodig? Dat bewijzen de opflakkeringen van polio, difterie en mazelen elders in de wereld. Laat dit een warme oproep zijn om goed te zorgen voor de allerkleinsten.