België in middenmoot bij statistieken over depressie
Onderzoekers verzamelden in een overzichtsstudie 49 studies waaraan in totaal meer dan 266.000 mensen van alle leeftijden en zonder tekenen van depressie hadden deelgenomen. Het ging om studies waarin onderzocht was of regelmatig sporten een invloed heeft op het risico om een depressie te ontwikkelen (1). Aan de deelnemers was gevraagd hoeveel sport ze deden per week (één studie verzamelde de gegevens via een stappenteller), waarna ze gemiddeld 7,4 jaar werden opgevolgd. Op het einde van de studies werd telkens gekeken hoeveel mensen een depressie ontwikkeld hadden en hoe dit correleerde met hun fysieke activiteit.
Mensen die het meest fysiek actief waren, liepen globaal 17% minder kans op een depressie (0,83 keer kleiner risico), onafhankelijk van leeftijd en geslacht. De cijfers varieerden afhankelijk van de studie tot een derde minder risico op depressie in de groep die wekelijks minstens 150 matig tot intensief sport beoefende.
De onderzoekers concluderen dat hun overzichtsstudie erop wijst dat regelmatig sporten het risico op depressie vermindert.
De overzichtsstudie verzamelde overwegend observationele studies, waaruit je dus geen oorzaak-gevolgconclusies kan trekken. Het is bijvoorbeeld ook mogelijk dat mensen met neiging tot depressie gewoon minder zin hebben in sport. En dat mensen die graag sporten positiever in het leven staan en daardoor minder risico op een depressie lopen.
Op één na zijn alle opgenomen studies in dit overzichtsartikel gebaseerd op bevragingen, waarbij de deelnemers aangaven hoeveel en hoe intensief ze sporten per week. Dit is geen betrouwbare meetmethode en bovendien kunnen deze gewoonten variëren in de tijd, terwijl meestal slechts één keer gevraagd werd naar de fysieke activiteit. Een risicovermindering van 17% is ook geen overweldigend effect.
Deze overzichtsstudie vindt een verband tussen regelmatig sporten en minder risico op depressie. Sporten is goed voor het humeur, maar of je met louter sporten echte depressies kan voorkomen, is niet zeker. Mogelijk spelen nog andere factoren een rol.