Wat doen Covid19 en de coronavaccins met het hart?
In een Britse studie werden 200 patiënten met klachten van hartkramp en een vernauwing op een van de drie kransslagaders in een eerste fase behandeld met geneesmiddelen (1). Na 6 weken verdeelde men ze in 2 groepen. De ene helft kreeg een stent ingeplant, waarmee de vernauwing die de hartkramp veroorzaakte opgeheven werd. Bij de andere helft maakte men enkel een film van de kransslagaders, maar liet men de vernauwing onaangeroerd. Dit gebeurde door een cardioloog die verder geen contact had met de patiënt. De studie was dubbelblind, wat betekent dat noch de patiënt, noch de behandelende cardioloog wist of er een stent ingeplant was. Zes weken later bevroeg men de patiënten opnieuw naar klachten, en werd een inspanningstest uitgevoerd. Hieruit bleek dat het niet uitmaakte of een patiënt een stent had gekregen of niet. Alle patiënten waren verbeterd. Zij die een stent gekregen hadden, ervaarden niet minder klachten of konden geen grotere inspanning doen dan de anderen.
Een kransslagadervernauwing bemoeilijkt de zuurstoftoevoer naar het hart. Bij een lichamelijke inspanning voelt de patiënt een druk op de borst (hartkramp). Geneesmiddelen kunnen de pijnklachten verminderen, maar als deze onvoldoende effectief zijn, raden experts aan om de vernauwing open te maken en er een stent in te plaatsen. Deze behandeling wordt al 40 jaar toegepast.
Uit eerdere studies bleek dat een stent het risico op een later hartinfarct bij dit type patiënt niet kan voorkomen, maar dat de pijn er wel door vermindert. Deze oudere studies waren niet dubbelblind uitgevoerd. De deelnemende patiënten wisten of ze al dan niet een stent gekregen hadden. De onderzoekers van de huidige studie vroegen zich af of de verbetering die de patiënten na de stentimplantatie ervaarden het gevolg kon zijn van een placebo-effect. Dit effect is goed gekend bij geneesmiddelenonderzoek: personen die een neppil (placebo) krijgen, ervaren een verbetering van hun klachten, louter door het feit dat ze weten dat ze behandeld worden.
Om een placebo-effect van een stent aan te tonen, moest men een dubbelblinde studie doen. Bij alle patiënten ging men met een slangetje in de kransslagader, maar slechts bij de helft van hen werd de vernauwing opengemaakt met een stent. De deelnemers wisten niet of ze een stent gekregen hadden, waardoor het placebo-effect bij iedereen kon spelen. De verrassende uitkomst was dat de patiënten in beide groepen zich 6 weken na de ingreep in dezelfde mate beter voelden.
Een kransslagadervernauwing kan plots verstoppen en tot een hartinfarct leiden. De patiënt ondervindt dan langdurige en hevige pijn. In die gevallen kan het onmiddellijk plaatsen van een stent levensreddend zijn, maar over dit soort patiënten gaat het niet in deze studie.
De voorbije 40 jaar geloofde men dat een stent in een kransslagader doeltreffend was om pijnklachten van hartkramp te verhelpen. Uiteraard zijn kransslagaders beter open dan dicht, en zijn stents zinvol, maar op de pijnklachten zelf hebben ze blijkbaar minder effect. Uit de huidige studie blijkt dat de verbetering van de pijn op de borst bij sommige patiënten louter op een placebo-effect berust.